In mijn eerdere blogpost vertelde ik al over de heenweg, vanwege omstandigheden moest ik in twee dagen naar Relleu bij Benidorm rijden, en dat lukt alleen over de snelweg. De terugweg was wat relaxter en had ik bedacht om helemaal binnendoor te rijden. Tijdens het bedenken van een route kwam ik er wel achter dat dat bijna niet haalbaar is, tenzij je er een week voor uittrekt. En dat was weer wat aan de lange kant…. Dus dan maar proberen niet of nauwelijk via de tolweg te gaan, en normale doorgaande wegen te pakken… en dan kan je ook best leuk rijden.
Terugweg Dag 1
Een van de dingen die ik wilde vermijden qua rijden was Barcelona. Mooi stad, kan je veel zien en doen en lekker eten, maar neem dan het vliegtuig. Met de motor is dat geen feest. Een van de tussenstops die ik had gepland was in de buurt van Toulouse. Vanuit Benidorm kan je dan landinwaarts, omhoog richting Lleida en dan door de Pyreneeën richting Toulouse.
Om 8 uur rijd ik weg uit Relleu, eerst het binnenland in door de bergen richting de A7. Die pak ik op bij Alcoy, eerst een stukje in zuidelijke richting. In de buurt van Sax dan de A31 richting Madrid om wat verder landinwaarts te komen. Bij Almansa heb ik rond de 130 km gehad (in bijna 2 uur) en is het afgelopen met de snelweg en wordt het N-330 in noordelijke richting.
Het landschap is heel divers, variërend van hoogvlaktes tot aan heerlijke twisties langs riviertjes tussen bergruggen door. Wat ook wel prettig is is het feit dat je niet continue op je navi hoeft te kijken, ga je de snelweg af en staat er “Volg N330 gedurende 135 km”, dan heb je voldoende tijd om rond te kijken. Of te stoppen en foto’s te maken. Sommige stukken doen me aan de ‘red rocks’ in Amerika denken zoals hier tussen Libros en Teruel:
Zeker ’s ochtends vroeg is het heerlijk motorrijden hier, de temperatuur is rond de 25 graden en er is opvallend weinig verkeer, zeker voor een zaterdag midden in het vakantie seizoen. Ik vermoed dat het merendeel van de vakantiegangers op de doorgaande AP7 van noord naar zuid en vice versa gaat, en dit stuk gewoon links laat liggen. Je komt wel verkeer tegen, maar het meeste is regionaal verkeer, en het is rustig genoeg om zonder problemen in te kunnen halen.
Escucha is een oud mijnwerkersstadje in de buurt van Teruel met veel herinneringen aan vervlogen tijden, of het betere tijden waren laat ik maar in het midden, in ieder geval zie je de nodige verlaten fabrieken. In Esucha vind je ook nog het mijnwerkersmuseum, en mooie muurschilderingen als herinnering aan deze tijden.
Teruel is onder de vliegtuigspotters ook nog wel een bekende plaats, daar zijn een aantal Boeings 747 van de KLM aan hun eind gekomen bij de lokale sloperij. Je kan daar wel in de buurt komen en proberen wat foto’s te maken, maar eigenlijk heb ik daar geen zin in (en tijd voor) dus de weg in noordelijke richting wordt vervolgd.
Inmiddels loopt de temperatuur wel flink op, tot 30 graden is het achter de kuip van de GT nog wel uit te houden (in doorwaai kleding) maar daarboven wordt het onaangenaam. Door al het zweten zit je ook niet lekker meer, en het achterwerk gaat ook zeer doen. De upgrade van het zadel door Tiger Leathers uit Den Haag ten spijt.
Het belangrijkste is nog wel dat je (heel) veel drinkt. Een koeltas met van die blokken uit de vriezer houdt het opvallend lang koel, en de flesjes water blijven goed op temperatuur in de topkoffer.
Bij Mequinenza de volgende stop, nu langs het water. Inmiddels is het 39 graden, en nadat de motor op de zijstandaard staat direct alle motorkleren uit, doorwaai of niet. Dat ik daar in mijn onderbroek sta boeit me op dat moment even niet, even rustig zitten in de schaduw onder de platanen met een flesje water is nu het belangrijkste.
De laatste etappe is richting Cubells. Daar heb ik via Booking.com Hostal Roma gevonden voor een habbekrats. Prima hotel, goede airco, schoon bed en schone douche, en prima eten ook. En een bijkomend voordeel, ze spreken goed Engels. In ieder geval een stuk beter dan ik Spaans spreek.
De motor staat gewoon buiten, maar er zijn voldoende dingen om de motor goed aan vast te zetten. Wat me wel opvalt (eerder in Frankrijk ook al) is dat ik de motor met een ketting vastzet, maar dat de Spanjaarden hun motor gewoon op het stuurslot zetten en gewoon laten staan. Of er wordt daar minder gestolen, of we zijn als Nederlander wat meer paranoide wat dat betreft. Maar ja, in de verzekeringspolis staat ook iets van kettingen en vastzetten, dus zo’n probleem is het ook niet.
Terugweg Dag 2
De tweede dag gaat dwars door de Pyreneeën richting Toulouse. Ook hier is het weer rustig en binnen 15 minuten sta ik al weer stil voor een fotomomentje. Het is zo ongelooflijk mooi hier, je kan blijven kijken…..
In de Pyreneeën zijn naast motorrijden genoeg andere activiteiten. De weg kronkelt vrolijk door de bergen en langs wilde rivieren (althans, ik vind ze wild 😊) en daar worden dus rafting dingen georganiseerd. Vele rubberbootjes met schreeuwende kinderen maken duidelijk dat er voldoende plezier op het water is in plaats van op de weg, hier bij Llarvorsi.
De Alpen zijn prachtig om te rijden, maar zeker in de zomermaanden zo verschrikkelijk druk. Motorrijders, fietsers, auto’s met caravans, allemaal willen ze over dezelfde mooie kronkelwegen rijden, en eigenlijk zitten ze elkaar allemaal in de weg.
De Pyreneeën zijn rustiger is mijn ervaring, misschien ook wel omdat het voor de Duitse en Nederlandse toeristen toch wel een flink stuk verder is. Natuurlijk zie je ook hier fietser, caravans en campers, maar het zijn er toch wel minder dan in de Alpen, ondanks dat het eind juli is.
Ik volg de N-260 in noordelijke richting over de Porte de la Bonaigua (Alt Aneu), onderaan de berg haal ik één caravan en één camper in, en de hele route omhoog heb ik totaal geen verkeer meer. Heerlijk sturend en af en toe even stoppen om wat foto’s te maken. Bovenaan is het iets drukker, maar er lopen meer koeien dan mensen. Ook op de weg trouwens….
Hier vind je wel meer motorrijders die lekker de berg op en af willen sturen. En ook niet te beroerd zijn om een fotootje te maken voor het nageslacht.
De weg naar beneden (inmiddels de C-13) aan de noordkant van de Pyreneeën is ook prachtig. Het valt ook op hoe goed het asfalt is, hier zal de EU de afgelopen 20 jaar ook aan bijgedragen hebben, maar voor de motorrijder is dat natuurlijk prima.
Vol verbazing ook naar de fietsers kijken, die mensen sturen gewoon met een dikke 80 km/uur op die dunne bandjes met ware doodsverachting de berg af. Ik heb dikke banden en grote remmen, maar het snelheidsverschil is niet zo heel groot. Respect dat ze het zomaar even doen.
De noordkant hier is schijnbaar ook een wintersportgebied. Zeeën van grote hotels, skiliften en wederom mooie wegen maken het allemaal bijzonder fraai. Ook zeker de moeite waard voor een vakantie hier, aan het aanbod van hotels zal het niet liggen.
De Pyreneeën zijn snel weer voorbij, zo rijd je tussen de bergreuzen door, en binnen 20 minuten zijn de bergen veranderd in glooiende heuvels en verdwijnen de reuzen in de spiegels. Nog even een stop bij McDonalds voor koude cola en schoon sanitair, en dan een stuk over de snelweg om toch nog enigszins op tijd bij de overnachting te zijn.
Nog even een fotomomentje bij Lauzerte, glooiende heuvels met velden vol zonnebloemen…. En ook hier heerlijk rustig (ok, het is zondag, maar toch)
Terugweg Dag 3
Eigenlijk had ik op de derde dag van Sérignac naar Nederland willen rijden. Een dikke 1200 km moet toch wel lukken. De gezelligheid van de vorige avond en daardoor het wazige opstaan maakt dat ik toch wat later dan gepland vertrek. Snelweg en Route Nationale wisselen elkaar af, soms met Louis de Funes achtige taferelen waar gewoon een bordje “Route Barree” en “Deviation” staat zoals bij Saint-Julien Puy Laveze.
Prettige wedstrijd, en de navi (Navigator V, dus eigenlijk Garmin) vind het niet leuk als je van de route afwijkt. Ik probeer het nog wel door wat uit te zoomen en op de gok ergens verderop de route weer op te pakken. Het brengt je wel op onverwacht mooie plekken, maar opschieten doet het dus helemaal niet. Bij Saint-Julien Puy Laveze maar even gestopt om een strategie te bedenken, en uiteindelijk voer ik maar gewoon een plaats in op de route in de navi en rijdt direct daarheen. Zo kan ik uiteindelijk met dik 2 uur extra vertraging alsnog de route weer oppakken.
Dan nog even koffie drinken bij familie in de buurt van Clermon-Ferrand. Inmiddels is het 5 uur en thuiskomen wordt het natuurlijk niet meer.
De N79 gaat oostelijk richting Chalon-sur-Saone waar ik de a31 richting Luxemburg wil pakken. De N79 lijkt wel de enige weg die kant op, dus er is verschrikkelijk veel vrachtverkeer. Gelukkig zijn er nog flinke stukken 4 baans dus regelmatig inhalen kan wel, maar leuk is het niet. Bij Chalon-sur-Saone de A31 op richting Dijon.
Een extra overnachting in Gevrey-Chambertin in hotel “Rotisserie du Chambertin”. Fraai hotel, chic hotel, de BMW K1600 misstaat niet op de parkeerplaats tussen de BMW X5s, Porsche Cayennes en ander duur spul. Het eten is prima, het lokale bier ook en het prima bed zorgen voor een goede nachtrust.
Terugweg Dag 4
De laatste dag wil ik nog een stukje binnendoor langs de Maas. Ik vind dat zo’n mooi stuk Frankrijk, zacht glooiend, licht slingerende lange wegen, uitgestrekte graanvelden (dit wordt ook wel de graanschuur van Parijs genoemd) en regelmatig uitzichten op de maas zoals hier bij Bazoilles-sur-Meuse. Vergeleken met de Maas zoals wij die in Nederland kennen een klein stroompje nog.
Voorbij Neufchateau kom je langs Domrémy-la-Pucelle. Hier had Jeanne d’Arc haar openbaring waardoor ze tegen de Engelsen ten strijde trok. Je kan deze kathedraal (zichtbaar op de achtergrond) ook bezoeken, maar dat gaat het thuisfront niet waarderen dus rijden we door. Dit is trouwens ook een mooi gebied voor fietsers….
De eerste wereldoorlog heeft hier in het noord-oosten van Frankrijk heel behoorlijk huis gehouden, veel erger nog dan de tweede wereldoorlog. In ieder dorp of stadje vind je wel een monument voor de gevallenen in de eerste wereldoorlog, met bijbehorende begraafplaats. Een leuke motorroute is ook de frontlinie van de eerste wereldoorlog te volgen, vanaf hier (Verdun) tot aan de Belgische kust (Ieper en omgeving), ook erg indrukwekkend als je hier wat verder in verdiept.
Hier ben ik er ook wel een beetje klaar mee eigenlijk, op een gegeven moment wil je toch naar huis 😊. Dus de A31 maar weer opzoeken en op het gemakje in noordelijke richting via Luxemburg en Luik richting Nederland. Ik ga de goede kant op, in zuidelijke richting is het aanmerkelijk drukken.
Bij Heerde langs de A50 nog even een tussenstop, niet veel peut meer in de tank, en ook de inwendige mens moet nog even aangevuld worden.
Een saaie parkeerplaats, maar het was prachtig weer (de hele zomer van 2018 was prachtig voor motorrijders natuurlijk) en na een half uurtje ben ik weer thuis. In iets meer dan 2 weken heerlijk 4800 km rond gereden en heel veel gezien en gedaan. Voor de Pyreneeën zijn heel erg de moeite waard, maar ook de binnenlanden van Spanje zijn erg aantrekkelijk om motor te rijden, en met een beetje zoeken vind je prima en betaalbare hostals om de kosten binnen de perken te houden. Een aanrader!
mooi verslag, gewoon , doe gewoon verder… u hebt een volger erbij…
Dank je wel
geweldig verslag,nu maar hopen dat 2021 ons de ruimte geeft om een beetje te rijden,heb dit jaar al 3x wat gepland ,normandie, zuid frankrijk,barcelona maar steeds gooit corona roet in t eten
Met veel plezier alledrie de delen van je verslag gelezen. Je hebt een prettige schrijfstijl. Ik wil komende zomer ook een wat langere tour door Europa gaan maken en zo’n verhaal motiveert geweldig.
Dank voor je reactie. Ik hoop het komende jaar weer wat meer op de motor te kunnen doen, na twee jaar vanwege Corona weinig kunnen rijden (en schrijven) ben ik nu wel klaar mee.