Motor met automaat (BMW R1300RT)

Honda en Yamaha gingen BMW al voor, maar na de R1300GS is nu ook de R1300RT leverbaar met een automatische versnellingsbak, of in BMW termen “Geautomatiseerde Schakelassistent”. Als R1250RT rijder was ik wel benieuwd naar de nieuwe RT, en in het bijzonder in deze versnellingsbak.

Zoals de BMW benaming al aangeeft is het niet echt een automaat, maar een gerobotiseerde versnellingsbak. De bak kan automatisch opschakelen, maar schakelt niet automatisch terug als je even snel wilt inhalen, dat moet je nog steeds met je voet doen zoals bij een normale versnellingsbak.

Een koppeling ontbreekt, en dat is de eerste keer best eng. Heel voorzichtig gas geven resulteert in heel langzaam en heel soepel wegrijden. Ik moet wel toegeven, na 2 bochten voelt het al heel vertrouwd aan. Als de versnellingsbak in “D” staat is het bij een stoplicht gewoon gas geven en je schiet er vandoor. Zo soepel kan ik zelf de koppeling niet bedienen.

Het schakelen in “D” gaat echt supersoepel, als het bekende warme mes in de boter. Ik had vooraf mijn bedenkingen omdat BMW niet echt bekend staat om de soepele versnellingsbakken, maar ik was positief verrast. Op- en terugschakelen (in de stand “M”) gaat zo zijdezacht, het lijkt wel een japanse versnellingsbak.

Wel even wennen, 2 keer bij een rotonde automatisch naar een koppelingshandel gegrepen, maar dat kan dus niet. Gewoon voet tikje naar beneden en hij schakelt terug. Ook bij het aanrijden van een stoplicht is het wennen en in het begin moet je echt even jezelf inprenten dat je geen koppeling hoeft te gebruiken.

De bak in neutraal zetten is nu ook makkelijk, even het schakelpedaal 2 tellen naar beneden houden en de bak gaat in neutraal, dus geen gepruts met zoeken naar een vage stand tussen “1” en “2”.

Vanuit neutraal inschakelen is wel even de rem inknijpen als beveiliging, anders schakelt hij niet in. Ook starten moet met ingetrokken rem gebeuren, maar dat is even wennen.

Ik kon niet heel lang rijden (een uurtje) en het was verschrikkelijk druk onderweg (vrijdag, dus veel mensen met een lang weekend op de Veluwe) maar ondanks de korte tijd was ik zwaar onder de indruk. Voor herhaling vatbaar.

Bril op de motor… of een motorbril?

Onlangs zag ik een reclame online voorbij komen via motor.nl (ik dacht via FaceBook) over motorbrillen van SpecialSpex in Leiden. Nu draag ik al meer dan 45 jaar een bril, en vroeger nog wel afgewisseld met contactlenzen, maar mijn eerste reactie was wel van “waarom dan”. Tijd dus om even verder te kijken.

Het motto van SpecialSpex is “Voor elk doel de juiste bril” en dat zie je ook in hun winkel. Voor alle soort sporten hebben ze een bril. Stevig, veilig en op sterkte. Mijn normale bril heeft vrij dunne pootjes, en dat is met een helm lastig, ook al heb je een systeemhelm of een jethelm.

Het is niet anders dan een andere opticien, dus je ogen worden gemeten en je zoekt het juiste montuur plus de opties uit. Ik heb gekozen voor model ‘Volz’ met multifocale glazen (lezen wordt echt wel lastiger als je wat ouder wordt) en gepolariseerd grijs meekleurend. Het meekleurende is maximaal 50% zodat je niet met een hele donkere bril een tunnel in rijdt. Mocht ik meer last hebben van licht dan kan altijd nog het zonneschermpje in de helm naar beneden natuurlijk.

SpecialSpex Volz motorbril

Hoe rijdt dat nu? Even wennen, maar omdat het montuur gebogen is heb je hele brede glazen. Je hebt dus ook geen ‘last’ van je montuur zoals je dat van een normale bril wel hebt. Dat klinkt raar, maar na een hele dag met deze bril rijden, en dan de volgende dag met je normale bril onder de helm zie je opeens je brillepootjes en je montuur. Met de motorbril heb je gewoon meer zicht (wel afhankelijk van je normale montuur natuurlijk). Ook het matige meekleuren en de polariserende glazen bevallen me prima. Afgelopen winter heb ik in Spanje gereden, daar heb je natuurlijk veel meer zon dan in Nederland en kon ik het goed testen. Ik vind het een aanrader en heb hem op de motor altijd bij me (en ook handig, in het buitenland moet je wel eens een reservebril bij je hebben, dus dat probleem heb je dan ook niet).

Ik heb altijd speciale (sterkte) glazen nodig, dus brillen zijn voor mij altijd duur. Het montuur zelf is er voor € 189,- en inclusief de meekleurende en polariserende glazen was ik zelf € 568,- kwijt. Bak geld natuurlijk, maar zelf vind ik het dubbel en dwars waard.

Meer informatie op de site van Specialspex in Leiden: https://specialspex.com/

Op de motor naar Schotland

Ergens in het voorjaar van 2024 had het tijdschrift MotoPlus een aanbieding met 20% korting op een DFDS-overtocht van IJmuiden naar Newcastle. Even een heel kort overleg met de vrouw (“Zullen we naar Schotland op de motor?”, “Ja’, ‘OK, zo gaat dat meestal bij ons thuis) en in september 2024 zitten we dus in Schotland.

Dinsdag 10 september gaan we met de boot. Na best wel een tijd mooi weer in Nederland en in Schotland slaat het weer finaal om die dag. In plaats van zonnig en 24 graden is het opeens 12 graden, felle regenbuien en harde wind.

De route naar de boot is saai. A6, A1, A9, werkzaamheden bij Amsterdam, dat soort dingen maar om half 2 staan we bij de check-in. Dat gaat soepel en we rijden zo door naar de boarding. Kwartiertje wachten (nog steeds in de regen) en we mogen als een van de eersten de boot op.

Tip: als je boot opkomt, loop dat direct door naar de receptie en vraag of er upgrades beschikbaar zijn. Voor weinig konden wij een upgrade naar de ‘Commodore Class’ krijgen. Zo heb een ruime hut, een lounge aan boord met hapjes en drankjes en een ontbijt. Beiden zijn bij de prijs inbegrepen.

De overtocht wat vanwege de wind wat onrustig. Als je op de gang liep hoorde je best veel mensen moeilijke geluiden maken op de toiletten in de hutten. Ze verkopen wel pilletjes aan boord, maar dat zijn geconcentreerde gemberpillen. Dat zou moeten helpen, maar kijkend naar mijn vrouw valt dat wel mee. Zelf bij de drogist of apotheek deze pillen bestellen dus.

In Newcastle gaat het allemaal wat langzamer. Voordat we van boord konden waren we zomaar 45 minuten wachten (beneden!) verder en dan nog een rij voor de douane. Helaas een gevolg van de Brexit.

Het hotel is in een plaatsje Lochearnhead, zo’n 300 km rijden van Newcastle. Even wurmen om Newcastle uit te komen, maar als snel zitten we op de A68 richting Schotland. De grens is maar zo’n 80 km rijden, dus na anderhalf uur staan we al aan de grens met Schotland. Stel je daar niet te veel bij voor, het is een parkeerplaats langs de A68 met de grote steen waar aan de ene kant ‘England’ staat en aan de andere kant ‘Scotland’, maar voor een foto is het altijd leuk.

Na de grens de A68 weer verder kronkelen en pas bij Edinburgh komt de stukje motorway in beeld richting Glasgow. De volgende geplande stop is bij de Kelpies, een bekende landmark in Schotland. Twee roestvrijstalen paardenhoofden, pal naast de A9. Ondanks een doordeweekse dag is het er best druk, de parkeerplaats is vol en een grote stroom bezoekers richting het visitor center dus we laten de Kelpies maar even voor wat het is en rijden vanaf de parkeerplaats weer terug naar de A9. Om toch een beeld te geven van de Kelpies hier een foto van het Internet geplukt:

Het weer valt 100% mee. Ondanks dat het in Nederland snertweer is, is het hier prima te doen. Rond de 12 graden, de zon schijnt en het waait nauwelijks. Prima motorweer, maar ik vooraf wel mijn Rukka winterpak uit de kast gehaald, en dat is nu wel heel prettig.

Het links rijden is wel te doen, zeker als het wat drukker is want dan rijd je gewoon met de rest mee. De rotondes is ook geen probleem (je kan tenslotte maar op één manier) maar ergens voor je gevoel klopt het niet dat je op de rotonde opeens rechts draait. Waar ik persoonlijk aan moest wennen is op rustige momenten, beetje heuvelig en opeens komt er een tegenligger in de bocht tegemoet. Geen probleem, maar in een reflex denk je dat die aan de verkeerde kant zit.

The Clachan hotel in Lochearnhead is een traditioneel Engels hotelletje. Knusse kamertjes, maar wel mooi opgeknapt. Goed geïsoleerd, dubbel glas dus niet koud. Goed bed, fraaie badkamer, maar wel met tweed achtige vloerbedekking. Er is ook een pub, met de nodige bieren en ales en pubfood. Verwacht geen wonderen, maar het eten is helemaal niet slecht.

Behalve motorrijden kan je ook prima wandelen in Schotland. Er is veel ruimte, mooie wegen en paden en mooie uitzichten. En na een dag motorrijden is het ook prima wandelen. ’s Middags nog even een klein rondje motor (om Loch Earn heen) om te kunnen tanken en nog wat spulletjes te kopen.

Iedereen die de James Bond film ‘Skyfall’ heeft gezien herkent de mooie uitzichten in Schotland. De scene met James Bond en ‘M’ in Schotland is iconisch:

Dit is Glen Etive in de buurt van Glencoe. Een doodlopende weg die een zijweg is van de A82. De A82 is echt een prachtige weg tussen de Schotse bergen door. Breed, redelijk goed asfalt en waanzinnige uitzichten. Het enige wat jammer is dat ondanks dat de vakantieperiode voorbij was het verschrikkelijk druk was. Een grote stroom aan campers, caravans, busjes (toeristische rondritten) en autobussen die allemaal langs de mooie plekjes willen.

De weg naar Glen Etive zijn we geeneens ingereden. Het is een smalle en doodlopende weg waar maar 1 auto past, met om de 500 meter een uitwijkplek. Normaal geen probleem, maar met al die campers daar op dat smalle stuk leek ons geen succes.

Voorbij Glencoe gaat de A82 naar het noorden richting Fort William, en naar het zuiden wordt het de A828 en deze loopt verder langs Loch Linnhe. Dit loch staat in open verbinding met de zee en kent dus ook getijden. We spraken een lokale duiker op een parkeerplaats die zat te wachten op het punt tussen de getijden en er dus geen stroming was. Helder water waarin je een flink eind kon kijken. Maar ook hij was trouwens verbaasd over het grote aantal toeristen half September.

’s Avonds in het hotel nog wat lokale whiskey geprobeerd (Aberfeldy is een grotere in die regio) en met haggis gevulde kip gegeten. Haggis, je moet er van houden zeg maar 😊

De terugreis naar Newcastle is weinig schokkend. Rustig aan naar Glascow en Edinburgh (M9) en dan rustig over de A697 via Coldstream en Morpeth naar Newcastle. Wel verbazingwekkend hoe stil deze weg is, ondanks dat het een van de drie wegen richting Schotland is. Rustig betekend overigens ook dat je een beetje op de tankstations moet letten. Soms kom je er 5 tegen in 50 km, soms geen enkele in 100 km.

De overtocht naar IJmuiden is rustig, windkracht 2 dus een redelijk gladde Noordzee en weinig zieke passagiers. Lekker gegeten in het restaurant en van het uitzicht genoten.

De hut was naast het autodek, dat is ’s ochtends wel zo makkelijk. Eerst alles even in de koffers doen van de motor (handig die binnetassen) en daarna pas je motorpak aan en van boord gaan.

Hier is meteen de impact van de Brexit zichtbaar. Niets zomaar het land in, eerst langs de douane. 10 rijen breed naast elkaar, en de rij met motorrijders zo ongeveer als laatste door de douane. Vervelend dat het hier wel 22 graden was, en dan is wachten in de zon best vervelend. Maar ok, we waren mooi om 12 uur weer thuis (zondag, dus rustig onderweg) en kunnen terugkijken of een geslaagde trip. Alleen wat kort, dus volgende keer maar wat langer boeken.

Wat tips voor de volgende keer:

  • Paspoorten en boeking bij de hand houden als je je meld bij de incheck.
  • Eigen spanbanden (met haken) meenemen, banden van 2 meter zijn lang genoeg. Eventueel een oude handdoek mee als bescherming voor je lak.
  • Ondanks dat het mooi weer was in Schotland was de temperatuur vrij laag. Het weekend voor onze reis reden we door Nederland waar het 15 graden warmer was.
  • Houd rekening met tanken, er kan soms best een afstand tussen tankstations zitten, met name in de hogere regionen van Schotland.
  • Hetzelfd geldt eigenlijk voor een koffiestop, die moet je ook eigenlijk beter plannen. Te lang zonder koffie is ook niet leuk 🙂
  • De 5G dekking is in Schotland anders dan in Nederland, regelmatig schakelde de telefoon terug naar GPRS en dan doet hij dus niets meer.
  • Op je telefoon roaming uitzetten op de boot om te voorkomen dat je een verbinding via het maritieme netwerk opzet (werkt gewoon, maar kan prijzig uitpakken).

BMW R1250GS Trophy

De coronaperiode hakte er bij iedereen wel in, ook bij mij. Qua gezondheid heb ik weinig last gehad, maar qua motorrijden is het een ander verhaal. Voor het werk hoef ik bijna nergens meer heen en gaat alles op afstand. Woon-werk met de motor is dus nagenoeg nul kilometer. Ook de toerritten is wat aan de magere kant, zeker in het begin toen alles dicht was was het motorrijden ook mager. Saai is misschien een beter woord…..

De K1600GT stond dus voornamelijk stil, en als je (te) weinig rijdt gaat de soepelheid er ook wel vanaf. Toen BMW met de Trophy Edition van de R1250GS kwam was ik verkocht, en de R1250GS Trophy in de showroom van de dealer dus ook. Hij was op voorraad, dus geen lange wachttijden, maar wel wat dingetje die nog even ‘gefixt’ moeten worden.

BMW’s in de showroom hebben altijd alle optiepakketten, en dit is geen uitzondering. Op de foto kan je zien dat er een gewone halogeenlamp op zit, en geen LED verlichting. Leveringsproblemen bij de leverancier, dus zo afgeleverd en zodra de LED verlichting beschikbaar is dan wordt het vervangen.

In vergelijking met de K1600GT heeft deze dynamic ESA, en dat is dus volledig automatisch. Moest ik bij de K1600GT nog instellen dat ik met een passagier of met bagage reed, hier hoef ik niets meer in te stellen. Hij detecteert de belading automatisch en stelt zich als zodanig is.

Nu zit ik nog in de inrijdperiode, maar ik heb twee instellingen geprobeerd. ‘Road’ is supersoepel geveerd, soms bijna tegen het deinerige aan. Misschien lekker als je lange afstanden over de snelweg wilt afraffelen, maar voor het normale werk vind ik de ‘Dynamic’ wat prettiger. Stug geveerd, je voelt veel wat er onder de banden gebeurt maar niet oncomfortabel.

Met 186cm lang vind ik dit korte schermpje in de lage stand prettig. Weinig turbulenties en dus weinig lawaai. Bij regen (of veel vliegen) is de hoge stand wel prettiger, dus dan draai je het schermpje met een grote knop omhoog.

Natuurlijk rijdt het heel anders. Op de K1600 lagen Metzeler banden, en daar heb ik nooit aan kunnen wennen. Hier zitten Bridgetstone banden onder, en dat rijdt een stuk prettiger. Genoeg grip, weinig last van regen en nog geen invloed van kou gemerkt. Ze doen het gewoon prima.

Natuurlijk merk je goed dat je met 100kg minder onderweg bent, en ook met in- en uitmanoevreren is dat wel prettig. De ruime zit en het brede stuur geven je ook wel zo’n ‘king of the road’ gevoel. Wel is de opstap hoog. Ik heb lange benen, maar ben niet meer zo soepel als 30 jaar geleden en dus is het nog een beetje krukken. Als je eenmaal zit dan zakt de motor wel in en kan ik goed met mijn voeten plat op de grond. De opstap voor de passagier is dan ook prima. En de passagier vind het prima, beter dan op de K1600 wat ik niet had verwacht. De zadelverwarming doet bij het humeur van de passagiere ook wonderen natuurlijk.

Het dashboard is van de eerste serie digitale TFT schermen van BMW, en bij lange na niet zo mooi als op de R12500RT of de nieuwe K1600 modellen. Toch voldoet het wel prima. Ik ben wel gecharmeerd van de ‘Connected Ride’ app van BMW. Deze communiceert met de motor en houdt allerlei gegevens bij, maar ook de navigatie werkt vanuit de app. Informatie wordt aan de motor doorgegeven en is zichtbaar op het TFT scherm.

De BMW Nav6 is altijd een probleemkindje geweest wereldwijd, maar dit werkt prima. Niet zo mooi als op eerder genoemde modellen waarbij echt kaartinformatie wordt getoond, maar het voldoet goed. Ook het opzoeken van een adres in de app gaat vlot. Verder valt er nog genoeg informatie op het scherm te halen, zoals ‘Mijn voertuig’ informatie zoals hieronder, of de boordcomputer of tripcomputer met informatie als gereden afstand, verbruik, aktieradius etc.

De Givi met de quicklock tanktas kon ook zonder meer overgezet worden, en zo’n klein tanktasje werkt prima. Gewoon de grabbelzaken altijd bij de hand. Je klikt hem los en loopt er zo mee weg. Er zit een kleine uitspering in de tanktas waar je een (USB) kabel doorheen kan halen. Dit kan mooi in de USB aansluiting om tijdens het rijden je telefoon aan de lader te houden.

Zoals al eerder gezegd ben ik nog aan het inrijden en het is inmiddels half november (met prima motorweer overigens) en dus ook nog aan het ontdekken. Maar dit belooft veel goeds, en ik heb nu al weer zin in het voorjaar. En daar staan inmiddels ook weer wat motorreizen op de agenda (met toestemming van het thuisfront :-))

Wordt vervolgd dus….

R1250GS Adventure – 40 Years GS Edition

Onlangs moest mijn eigen motor (BMW K1600GT) naar de garage en kreeg ik een vervangende motor mee naar huis. De garage belde ’s middags te laat op dat ze klaar waren zodat ik de rest van de dag en de volgende ochtend nog met de vervangende motor kon rijden. Een BMW R1250 GS Advanture – 40 Years GS Edition. Dat was geen straf…

Het eerste stuk ging over de snelweg richting huis. De GS loopt mooi rond bij 100 km/uur, maar eigenlijk als je 130 km/uur gaat rijden loopt het nog veel mooier. Superstabiel, en ook de bescherming was veel beter dan ik had verwacht, ik zit met mijn 1,86 mooi . Qua snelwegcomfort doet het niet onder voor de K1600 moet ik zeggen. Het was mooi weer, dus hoe het is als het regent zou ik niet kunnen zeggen.

Daarna wordt het tijd om wat mindere wegen op te zoeken. Tussen Marknesse en Vollenhove ligt een klinkerweg in erbarmelijke staat, ideaal om de vering te testen. Met die lange veerwegen (210 mm voor en 220 mm achter) rijdt het prima over de slechte weg. Ook verkeersdrempels worden soepel genomen. Het is duidelijk waarom ik met de K1600 op slechtere wegen problemen heb om GS rijders bij te houden. Dit is gemaakt voor voor slechte wegen!

Het 1250 cc motorblok draait mooi soepel, veel mooier dan de R1200RT die ik zelf ooit had. Was ook een (half) watergekoelde, maar dit is toch wel een tandje beter. De variabele nokkenasketting merk je weinig van, behalve dat hij boven de 5000 toeren als de brandweer gaat. Het trilt wel natuurlijk, uiteindelijk zijn het wel twee hele dikke (meer dan) 600cc potten die heen en weer bewegen, maar hinderlijk is het zeker niet. Het geluid uit de standaard uitlaat is prettig, mooi vol en warm van kleur en zeker niet hinderlijk.

Het brede stuur ligt prima in de hand en je hebt goed controle over de motorfiets. Door het brede stuur kan je prima kruipdoor sluipdoor doen. Haaks een bocht om manouvreren? Geen probleem. Fietspad pakken? Geen probleem. Stapvoets rijden gaat makkelijk en je hebt de motor altijd goed onder controle. De R1250GS is niet heel licht qua gewicht, en de Adventure uitvoering gooit daar nog iets bovenop. Als je van een zwaardere fiets komt lijkt het mee te vallen (ook aan de hand is het regelijk manouvreren) maar het is nog steeds een flink gewicht wat je meezeult. Het is een dooddoener, maar als je eenmaal rijdt dan merk je er weinig meer van. Hoog is hij wel, in deze uitvoering kan ik net aan met mijn voeten aan de grond. Tijdens de BMW dagen staan er meerdere hoogtes bij de dealer en kan je proberen. 20 mm minder (840 mm) is voor mij persoonlijk wel prettig.

En dan het dashboard…. veel informatie, en met de draairing aan het stuur kan je door diverse schermen heen. Het blijft lastig, twee analoge klokken zijn in een oogopslag altijd beter te lezen dan een kil getal. Ook de tijd of temperatuur aflezen tijden het rijden kost gewoon tijd. Dat is niet altijd handig. Toch is het fraai om te zien hoe de informatie in diverse schermen is verwerkt. Wat dat betreft is het wel jammer dat BMW nog steeds werkt met die losse Navigator VI apparaten. Het moet toch mogelijk zijn om gewoon kaartinformatie op de slaan in de motor, net zoals bij een auto? En dan de routes die je thuis uitzet via BlueTooth vanaf je telefoon in je navigate laadt? TomTom abonnement voor file- en flitsinformatie en klaar. In de auto werkt het net zo, en dat gaat toch ook prima? Dat moet beter kunnen voor een premium merk als BMW.

De asymmetrische LED verlichting is standaard, de ‘running lights’ zitten in een optiepakket. De LED verlichting werkt prima, en zeker in combinatie met de (optionele) LED verstralers ben je goed zichtbaar onderweg. De LED verstralers zitten laag op de motor waardoor je een soort van ‘A’ krijgt qua verlichting. Je ziet de motorfietsen met extra lampen overdag altijd goed aankomen. Een aanraden.

Typisch BMW is het te zachte zadel, mij eigen fiets heeft er ook last van, en mij vorige fiets ook. Daarmee ben ik naar Tiger Leathers in Den Haag geweest om het schuim te laten vervangen. Met een steviger zadel is het veel beter uit te houden op langere ritten. Nu voel je na een uur rijden al dat het gevoelig wordt. Te gevoelig…. Ik heb hier al een eerdere blog aan gewijdt: https://be-leefmotorrijden.nl/2018/07/03/bmw-zadel-te-zacht-tijger-leathers/

Tja, en dan komt de vraag. Is het wat? En is het een potentiele opvolger van de K1600? Ik was erg onder de indruk van de GS Adventure. Hij heeft voldoende vermogen (136 pk) en koppel (143 Nm), hangt lekker aan het gas en kan heel flitsend bereden worden. Ook de remmen zijn helemaal super, je kan echt heel hard remmen hiermee. Ook de bescherming is dik in orde, en het algemene comfort prima.

Is het mooi? Tja, meningen verschillen maar deze is bijna mooi van lelijkheid. Maar als je er op rijdt zie je daar niets van. Er zijn mooiere motorfietsen in dit segment, dat is een ding wat zeker is. Toch zou ik het volgende keer zeker overwegen.

En dan de prijs, de vanaf prijs is € 22.549,- maar je wilt altijd een paar leuke optiepakketten erbij hebben. En zonder de Akrapovic uitlaat tikt het snel door richting € 27.000,-

Apple MacBook M1, Navigator VI en Garmin Express

Onlangs ben ik overgestapt van een Windows 10 laptop naar een Apple MacBook M1. Uiteraard wil ik Garmin Express en Garmin Basecamp op de MacBook gebruiken. Maar Garmin en USB is soms lastig….

Een Apple USB-C naar USB-A kabel besteld (a € 30,-) en aangesloten op de MacBook. De BMW Navigator (maar zal bij andere Garmins hetzelfde zijn) ging wel aan maar de MacBook wilde hem niet herkennen. Mass Storage instellingen veranderen had geen effect, hij wilde hem niet herkennen.

Navigator op de (oude) laptop aangesloten met hetzelfde Garmin kabeltje (eerst op USB-3 poort en niet werken, daarna USB-2 poort) en dat ging goed. Windows 10 herkende hem in een paar seconden en even later kwam Garmin Express ook tevoorschijn.

Na wat heen en weer Google blijkt dat USB kabels ook een apart verhaal is. Schijnbaar heeft mijn kabel alleen aansluitingen voor de voeding, en niet voor datacommunicatie. Op kantoor had ik een uitgebreidere kabel liggen (met HDMI, USB-C en USB-A aansluiting) en dat gaat wel goed. De Navigator werd door de MacBook in een paar tellen herkent en zowel Garmin Express als Basecamp werkten direct.

Op de foto de uitgebreide (en werkende kabel), het dunnen kabeltje naast de MacBook is degene die dus niet werkt met de MacBook en de Navigator. Overigens hoefde ik aan de MTP instellingen niets te wijzigen, deze staat gewoon standaard op auto-detect.

Rijden op de Yamaha Niken

Een motor heeft maar twee wielen en dat maakt het rijden op een motor heel erg leuk. Dat heeft ook nadelen. Een motorfiets heeft maar één voorwiel, en daarmee moet gestuurd, geremd en geveerd worden, en soms nog tegelijkertijd ook. Het liefst op een comfortabele en veilige manier ook. Daarnaast heeft een motorfiets best een klein stukje rubber op de weg waarmee al die krachten overgebracht moeten worden.

Sommige fabrikanten zijn al jaren bezig om deze zeken uit elkaar te trekken. BMW bijvoorbeeld met het telelever systeem waarbij vering en sturen uit elkaar zijn gehaald en de vering wordt verzorgt door een aparte schokbreker op een triangel aan het frame.

Yamaha heeft in het verleden met de GTS1000 een fuseebesturing (vergelijkbaar) met een auto uitgebracht. Het zag er ‘apart’ uit maar het reed fantastisch. De meeste motorrijders moeten het blijkbaar niet, want een groot verkoopsucces is het nooit geweest.

Honda heeft op de laatste Goldwing een dubbele wishbone voorwielophanging gebouwd waarmee ook een fantastische wegliggeng wordt gegarandeerd.

Yamaha heeft in 2019 de Niken uitgebracht, en wederom een motor met een aparte voorwielophanging, gecombineerd met twee voorwielen. Let wel, het is geen driewieler, het is een normale motorfiets alleen met twee voorwielen. En die twee voorwielen gaan als een normale motorfiets door de bocht. Omdat het een normale motorfiets is kan hij ook normaal omvallen bij het stoplicht als je niet oplet.

Niken in de bocht

En om een normaal stuurgedrag te krijgen is een aparte constructie gebouwd voor het sturen, vandaar de wat lompe voorkant. Yamaha zelf noemt dit het Leaning Multi-Wheel (LMW) technologie. Deze constructie zorgt ervoor dat de motor kan kantelen, maar dat de wielen te allen tijde parallel blijven. Je zou hele vervelende neveneffecten krijgen als dat niet het geval zou zijn. Het linkerwiel wat een iets andere bocht gaat nemen als het rechterwiel bijvoorbeeld. Daarnaast moet je ook rekening houden met veerwegen in de bocht (zie opeens niet gelijk zijn) en het buitenwiel wat een grote bocht maakt dan het binnenwiel. Iets wat voor bijvoorbeeld het ABS heel belangrijk is. En boven alles moet het natuurlijk betrouwbaar zijn en natuurlijk sturen, anders haak je als motorrijder direct af.

Rijden

Hoe rijdt dat nou? Als je opstapt voelt het als een normale motorfiets, alleen voor voorpartij ziet er breed uit. De eerste paar honderd meter is het heel eng, maar dat zit voornamelijk tussen je oren. Opeens gaat die schakelaar om en zit je op een normale motorfiets. Het voelt als een normale motorfiets en het rijdt als een normale motorfiets. In de bocht helt het gewoon over, net als alle andere motorfietsen. Met remmen duikt het een beetje en met gas geven komt het wat omhoog. Business as usual eigenlijk.

Tot het moment dat je met een 180 graden bocht de snelweg op gaat. Die bocht neem je onverwacht snel eigenlijk. Het bochtenwerk is zo ongelooflijk stabiel en zo rustig, dat heb ik nog nooit zo meegemaakt. Als vrij snel ga je door de bocht met de steps bijna aan de grond, zonder enige vorm van onrust of beweging. De feedback wat er gebeurt blijft dan wel weer gewoon aanwezig, dus je voelt wel het normale onder de banden.

Niken uitrit

Een haakse bocht gaat ook zonder slag of stoot. Rommel op de weg? Geen probleem. Plakstrepen op de weg? Worden onverstoorbaar genomen. Volgens de verkoper kan je zelfs met één wiel de berm in sturen zonder rare fratsen (niet geprobeerd). Wat wel een aparte gewaarwording is is onderstuur op de motor. In een te vrolijke bocht kan je de voorwielen laten glijden lijkt wel, en dat is een gevoel wat ik de tweewieler niet ken en ook niet wil kennen eigenlijk. Omgekeerd kan overstuur ook optreden als de weg nat is en je te veel gas geeft in een (haakse) bocht. De voorkant heeft meer grip dan de achterkant, dus dat kan voor verrassingen zorgen.

Maar verder rijdt het ongelooflijk soepel en fijn. Je zwiert rustig door alle bochten heen zonder een centje pijn. Je hebt geen moment het idee dat je met twee voorwielen aan het rijden bent.

De GT uitvoering komt met een prettiger zadel, een groter ruitje (met 1,86 had ik zelf een prima zit met goede windbescherming) en een setje koffers. Persoonlijk vind ik die koffers jammer, twee halfzachte ‘koffers’ die met een rits dichtgemaakt worden. Voor een GT versie had Yamaha toch wel iets nettere koffers erop kunnen zetten.

De zithouding is met mijn 1,86 ook prima. De zit is wat sportiever dan een toerfiets, maar de knieën maken geen onmogelijke knik. Wel lijkt de zithouding te zorgen voor een bolle rug, je zakt al snel in elkaar. Voor langere ritten zal een niergordel best een prettige aanvulling zijn.

De driecilinder lijnmotor levert 115pk, en dat is voor een rijklaar gewicht van 263 kg wel voldoende zeker gezien de GT aspiraties van de Niken. Je komt erg vlot van de plaats, maar een racemonster zal het nooit worden. De quickshifter doet zijn werk, maar doet het alleen fijn als je flink door de toeren heen jaagt. Bij rustiger rijden gaat het met hulp van de koppeling een stuk soepeler. Zo’n quickshift doet het op het circuit waarschijnlijk prima, maar voor de openbare weg valt het een beetje tegen. Dat kan natuurlijk ook komen omdat het een demo motor is die in één dag natuurlijk niet ‘ingeleerd’ is op mijn schakelgedrag. De korte uitlaat zorgt voor een sportieve brom, wel jammer dat die brom alleen aan de rechterkant zit.

Breed

Die voorkant oogt breed en dat zou zomaar eens een dingetje kunnen zijn als je tussen de file door wilt rijden. De breedte is echter 85,5 cm en dat zit hem alleen in de voorkant. En 85,5 cm is toch niet spectaculair breed. Een beetje toermotor is al snel breder, een MT 09 uit hetzelfde huis meet maximaal 81,5 cm, een Honda 600 Transalp 86,5 cm dus extra breed blijkt de Niken dus niet te zijn. Hij oogt alleen wat breed aan de voorkant, sommigen zullen het lomp betitelen maar ook dat is persoonlijk.

De LED verlichting aan de voorkant maakt het wel af (vind ik) alhoewel ik niet in het donker heb gereden, half juni wordt het ook pas laat echt donker natuurlijk. En heel vroeg al weer licht.

Niken Piepers

Over het verbruik kan ik niets zeggen. Zelf heb ik een tocht van zo’n 250 km gemaakt, maar omdat de motor niet helemaal afgetankt was bij ontvangst ging er aan het einde meer in dan ik zelf had verbruikt. Het zal ook heel erg liggen aan het speelse van de Niken. Als je lekker tekeer gaat en flink doorrijdt gaat het verbruik, mede door de forse voorkant behoorlijk omhoog. De tank meet officieel 18 liter (waarvan 3,5 liter reserve). Testmotor.nl rapporteert een gemiddeld van bijna 7 liter per honderd kilometer met een sportieve rijstijl waardoor de actieradius dan op zo’n 250 km uit zou komen. Met wat rustiger toerwerk zal er wel een veel beter verbruik te behalen zijn, zelf heb ik ook bijna 250 km gereden en was toen nog niet op reserve (en kreeg de motor niet 100% vol mee), maar 400 km of meer zal wel een utopie zijn.

En verder?

Op een gewone doordeweekse dag kom je niet al teveel motorrijders tegen. Het valt wel op dat er meer motorrijders dan normaal niet groeten onderweg. Blijkbaar zien ze je toch als een driewielerige scooter ofzo. Een beetje door de buurt rijden levert al wel snel appjes van bekenden op in de trant van “wat heb jij nou voor ding mee?” dus het baart wel opzien.

Zou ik zelf zo’n Niken kopen? Ik heb altijd (dikke) toermotoren gehad en dan spreekt een GT wel aan. Nu zie ik mezelf niet snel op een Niken naar Zuid-Frankrijk of midden zweden rijden, zeker niet met partner achterop (het zal best kunnen, maar mij nodigt de Niken daar niet voor uit). Als ik wat minder zou rijden en wat minder lange afstanden dan zou dit wel een hele goede kanshebber zijn, dat absoluut, ik was (en ben) best onder de indruk. Ook houd ik wel van technisch afwijkende dingen. Of als iemand van de postcode loterij zo’n gouden brief zou brengen, een Niken als motor erbij, dat lijkt me ook wel wat 😊

Competition 102, Racing 102, Euro 102, Benzine zonder ethanol

Euro95 wordt straks E10, Super98 wordt straks E5. Of je het nu leuk vind of niet, in benzine komt steeds meer ethanol. Wettelijk verplicht. E5 bevat tussen 0% en 5% ethanol, E10 bevat tussen 8,5% en 10% ethanol.

Nu is dat voor de meeste (moderne) auto’s en motoren geen probleem, die zijn daar wel op voorbereid. Met oudere motoren wordt het wat anders. De motor zelf zal vast nog wel overweg kunnen met ethanol, hij zal hooguit wat meer verbruiken, maar stuk gaat zal hij niet zomaar (voor echt oude motoren is het altijd oppassen geblazen natuurlijk).

Het probleem zit hem in de (zachte) kunststoffen rond de motor. Rubber slangen, membranen, carburateurs, allemaal onderdelen die niet van ethanol houden en langzaam worden aangetast door de ethanol. Vooral als je de motor lange tijd parkeert zoals een winterstalling kan het vervelend worden. Ook zal een gedeelte vervliegen en zal water ontstaan in de tank waardoor je mogelijk roestvorming in de tank kan krijgen.

In mijn oude K100 tank ik de laatste tankbeurten voor de winterstalling altijd Competition 102 bij de Firezone. Hier zit geen alcohol in en zal de motor en diverse onderdelen ook niet aangetast worden door de ethanol. Een octaanwaarde van 102 maakt voor de gemiddelde motor niet uit, en op mijn oude K100 al helemaal niet, dus de toegevoegde waarde van 102 laat ik in deze blogpost maar even in het midden, tenzij je op een echte racer rijdt 😊

Toen ik afgelopen week (eind september 2019) bij de Firezone in Zwartsluis stond was Competition 102 niet meer verkrijgbaar. Tankstations zijn per 1 oktober 2019 verplicht om E10 aan te gaan bieden, en dus moest de Competition 102 verdwijnen om plaats te maken voor een Premium 98 brandstof. Het is niet dat de Competition 102 verboden is, alleen de kleinere tankstations hebben vaak niet de ruimte meer om naast de normale brandstoffen ook nog een Competition 102 aan te kunnen bieden.

Een goed alternatief is het gebruik van premium (98) benzines. BP, Shell, Esso en Texaco hebben aangegeven dat er geen ethanol in hun premium 98 benzines zit. Formeel heet dat E5, maar 0% valt ook in de categorie maximaal 5%, vandaar dat Premium benzines als E5 verkocht worden.

Voor wat betreft de ethanolvrije 102 benzine, er zijn nog een aantal bedrijven die dit blijven leveren. Hartholt olie bijvoorbeeld (Overijssel) levert nog Racing Power 102 in hun tankstations in Ommen en Windesheim. Ook Tanqyou heeft nog ethanolvrije benzine in de verkoop, bij Tanqyou Euro 102 genoemd. Dit is verkrijgbaar op de volgende locaties:

  • Franeker (De Wieken 2)
  • Sint Annaparochie (Stadhoudersweg 30)
  • Leeuwarden (Nijlânsdyk 4)
  • Hommerts (Jeltewei 1)
  • Grijpskerk (lageweg 8)
  • Schoonebeek (Europaweg 153)
  • Ommen (Brink 58)
  • Dalfsen (Vossersteeg 99)
  • Putten (Stationsstraat 44)
  • Bergen op Zoom (Gagelboslaan 161)
  • Heerlen (Voskuilenweg 125)
  • Landgraaf (Brunsummerweg 136)
  • Westergeest (Simmerwei 2)
  • Schoonhoven (De Diamant 20)
  • Burgum (Florynwei 5)

Via Google ben ik ook Oliehandel Kreuze in Steenwijk tegengekomen waar ze Racing Power 102 verkopen. OK levert ook premium benzine met 0% ethanol onder de naam OK Superplus 98 Pure. Meer informatie, inclusief locaties waar je dit kan krijgen is te vinden op de site van OK.

Laatste wijziging: 10 september 2021

Michelin Pilot Road 5 GT

Ik ben nooit zo’n voorstander van persberichtjes citeren etc. maar deze word ik wel blij van eigenlijk. Zelf heb ik altijd met plezier rond gereden op de Michelin Pilot Road 4 (nu op een Metzeler Roadtec 01, niet slecht maar ook niet onverdeeld gelukkig) en was teleurgesteld dat er geen GT versie was van de nieuwe Pilot Road 5.

Daar is nu verandering in gekomen, Michelin heeft onlangs de nieuwe Pilot Road 5 GT uitgebracht, speciaal voor zware toerfietsen als de Yamaha FJR1300, BMW R1200RT en K1600GT, Honda Pan European 1300, Kawasaki GTR 1400 etc.

Meer informatie, inclusief downloadbare PDF en bandenmaten is te vinden op de site van Michelin: https://www.michelin.com/en/press-releases/the-new-michelin-road-5-gt-tire-the-road-tire-for-fans-of-motorcycle-touring/ 

Update. Het gebruik van de Michelin Pilot Road 5 GT wordt afgeraden op een BMW K1600GT. In voorkomende gevallen loopt de band aan tegen de achterwielophanging wat voor nare effecten kan zorgen. Zowel BMW als Michelin melden dat het niet aan hun product ligt, maar wil je een Michelin band dan is de Michelin Pilot Road 4 GT nog steeds het alternatief.

Doorwaai jas op de motor

De zomer van 2018 was warm, en dat is nog een understatement. Voor de motorrijder waren er veel dagen dat de temperatuur hoog was, zo hoog dat de verleiding om zonder beschermende kleding groot was, en voor veel motorrijders te groot.

De zomer van 2019 is nog niet voorbij, maar voorlopig was het wederom erg warm, we hebben al een aantal serieus warme dagen gehad. Zelf ben ik in juli 2019 in Frankrijk geweest, en daar was het niet anders dan hier.

De verleiding is groot om in een T-shirt te gaan rijden, en je ziet genoeg motorrijders die dat doen, maar verstandig is het niet. Als je onderuitgaat dan ga je ook goed onderuit, en bij een snelheid van 50km/uur over het asfalt loop je 3e graad brandwonden op, om nog maar te zwijgen over de rommel die op de weg ligt en fijntjes je huis (en wat daaronder zit) ingewreven wordt.

Maar goed, een motorpak is met dat warme weer ook niet alles, maar een goed alternatief is een doorwaaipak. Zelf rijd ik met een doorwaaipak (losse jas en broek) van Rev’It en dat bevalt me prima. Een doorwaai jas is gemaakt van geperforeerd kunstof waardoor het lekker ventileert, veel beter dan een jas met ritsen die je open kunt maken. Wel is de jas voorzien van de nodige beschermstukken.

Mijn jas was rond de € 175,- maar was niet voorzien van een goede rugbeschermer, die moest er apart bij aangeschaft worden. Jammer, maar je weet dan wel dat je een goede rugbeschermer hebt. De bijbehorende broek was net onder de € 100,- en daar moesten nog heupbeschermers bij aangeschaft worden.

Een setje doorwaai handschoenen en luchtige motorsneakers maken het verhaal compleet en zorgt ervoor dat je prima en veilig met het warme weer kunt bijven rijden.

Doorwaai pak motor

Onder het pak heb ik speciaal ondergoed aan (tenminste, als ik niet naar mijn werk ga) wat het zweet goed absorbeert en ervoor zorgt dat het ook prettig blijft zitten als je flink zweet. Mijn ervaring is dat het tot zo’n 32 graden prima werkt.

Er zijn een aantal punten waar je even op moet letten bij een doorwaai pak:

  • Smeer je nek goed in met zonnebrand, de zon staat daar lekker op te branden;
  • De overgang van de broek naar de sneaker is ‘bloot’. Dit merk je na 2 dagen als je been rood begint te worden van het verbranden (zie onderstaande foto);
  • Hetzelfde geldt voor je polsen;
  • Doorwaai in de regen betekent ‘doorregen’, een regenpak heb je echt wel nodig.

Verbrande Enkel

Dus, met een doorwaai pak is het in de zomer prima uit te houden op de motor op een veilige manier. Er zijn een aantal punten waar je even op bedacht moet zijn, maar verder kan ik het iedereen aanraden.